Rubens® Appels

Rubens Apples





Beschrijving / smaak


Rubens®-appels zijn oranjerood gestreept. De textuur van Rubens®-appels maakt ze aangenaam om te eten, aangezien de schil zacht is en het vruchtvlees sappig en knapperig is en in stukken breekt. Rubens® is zowel pittig als zoet, maar niet overdreven. Hun smaak is beschreven met tonen van meloen, en is vergelijkbaar met zijn Gala-ouder.

Seizoenen / beschikbaarheid


Rubens®-appels zijn halverwege de herfst tot en met de vroege winter verkrijgbaar.

Actuele feiten


Rubens®-appels zijn een relatief nieuwe Malus domestica-variëteit die het resultaat is van een kruising van Gala en Elstar. De naam is een geregistreerd handelsmerk van de Civni-appel. Appels van hogere kwaliteit worden op de markt gebracht onder de naam Rubens®, terwijl exemplaren van lagere kwaliteit worden verkocht als Civnis. De Gala x Elstar-variëteit genaamd Rubens® moet niet worden verward met een Cox-appelsoort van Nederlandse oorsprong die ook wel Rubens wordt genoemd.

Voedingswaarde


Deze appel is een gezonde aanvulling op de voeding, aangezien hij weinig calorieën bevat maar wel veel belangrijke voedingsstoffen zoals vitamine C en voedingsvezels. Het bevat ook kleinere hoeveelheden calcium, ijzer en vitamine A.

Toepassingen


Door zijn uitgebalanceerde smaak en uitstekende textuur is deze appel een goede keuze om vers te eten. Eet uit de hand of snijd in fruit- of hartige salades. Rubens® is, mits correct bewaard, redelijk goed houdbaar en kan in de koelkast drie maanden meegaan. Kies appels zonder kneuzingen, zachte plekken of inkepingen en bewaar ze op een koude plaats, tenzij je ze binnen een week wilt eten.

Etnische / culturele info


De afkomst van de Rubens® maakt ze populair in zowel Engeland als continentaal Europa, aangezien Gala's een veel voorkomende appel zijn in Engeland en Elstars zeer bekend zijn in Europa. Vooral Britse klanten genieten van Rubens® en verkozen tot de lekkerste appel in nationale wedstrijden.

Geografie / geschiedenis


De eerste Rubens® werden gefokt in Ferrara, Italië, bij het Consorzio Italiano Vivaisti. Ze werden in 1988 op de Europese markt geïntroduceerd. Ze worden nu geteeld in Noord-Italië, Nederland, Duitsland en Groot-Brittannië. In Engeland worden ze voornamelijk in Kent verbouwd. Ze hebben nog geen deuk op de Amerikaanse markt gemaakt, maar worden gecommercialiseerd in de staat Washington.



Populaire Berichten